Zuidduitse Borstduif |
||||
c 02-17 |
D 440 |
|||
Land van oorsprong: Zuid-Duitsland Algemeen voorkomen: Krachtig, veredeld veldduiventype met krap middelhoge stand en bijna horizontale houding, met schelpkap; kaalbenig of met dichte, middellange voetbevedering. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen
Bevedering |
Krachtig, veredeld veldduiftype. Krap middelhoog; bijna horizontale houding. Tamelijk breed, met gewelfd voorhoofd en vrijstaande, hoog zittende schelpkap, begrensd door rozetten. Donker. Smal, onopvallend, conform de veerkleur. Middellang, bij zwart en blauw zwart, bij geel licht tot licht hoornkleurig, bij bruin donker. Glad. Middellang. Goed uitgesneden. Breed, goed gerond. Breed in de schouders, licht afhellend. Lang en breed, vleugeldracht normaal. Lang, goed gesloten, staartdracht normaal. Kort, voeten onbevederd of met middellange, geronde voetbevedering met gierhakken. Goed ontwikkeld, glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Bruin, geel, zwart en blauw. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. Bruin en geel zuiver en intensief, bruin met glans op de hals; blauw licht, zwart met glans. Kop en voorhals tot aan de vleugelboegen gekleurd, de overige bevedering inclusief de kap wit. Bij zwart en blauw is een zwakke zoming op de stuit en bovenstaartdek toegestaan. |
||||
Fouten: Klein lichaam; te hoge stand; veerstoppels aan de voeten bij kaalbenig; schamele voetbevedering bij vedervoetig; smalle of scheve kap; ontbrekende of verkeerd geplaatste rozetten; erg donkere snavel; gekleurde veren in de kap of op de achterhals; te korte slab; vleugelzoming; matte kleur. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Grootte ü Kap ü Tekening ü Kleur ü Oog- en snavelkleur Ringmaat: kaalbenig 8 mm. ; vedervoetig 10 mm. |
||||
speciaalclub |
||||