Zuidduitse Moorkop |
||||
c 02-17 |
D 439 |
|||
Land van oorsprong: Zuid-Duitsland Algemeen voorkomen: Krachtig, veredeld veldduiventype met krap middelhoge stand en bijna horizontale houding en schelpkap. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Krachtig, veredeld veldduiftype. Krap middelhoog; bijna horizontale houding. Tamelijk breed, met gewelfd voorhoofd en vrijstaande, hoog zittende schelpkap, begrensd door rozetten. Donker. Smal, onopvallend, conform de veerkleur. Middellang, bij zwart en blauw zwart, bij rood en geel licht, bij rood is een iets aangelopen snavel toegestaan. Glad. Middellang. Goed uitgesneden. Breed, goed gerond. Breed in de schouders, licht afhellend. Lang, vleugeldracht normaal. Lang, staartdracht normaal. Kort. Goed ontwikkeld, glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart en blauw, rood en geel met of zonder witte snip. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De lakkleuren intensief, blauw licht, gelijkmatig met zwarte staartband; witte buitenvanen aan de buitenste staartpennen toegestaan. Kop tot aan de kap, de slab tot midden op de hals en de staart met boven- en onderstaartdek (kiel) gekleurd. Achterhals, kap en de overige bevedering wit. |
||||
Fouten: Klein lichaam; te hoge stand; veerstoppels aan de voeten; smalle of scheve kap; ontbrekende of verkeerd geplaatste rozetten; erg aangelopen snavel bij rood en geel; lichte oogranden bij zwart; gekleurde veren in de kap of op de achterhals; te korte slab; gebrekkige staartaftekening; schimmel in staart of kiel; matte kleur. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Grootte ü Kap ü Tekening ü Kleur ü Oog- en snavelkleur. Ringmaat: 8 mm. |
||||
speciaalclub |
||||