Berner Sproetkop |
||||
c 06-17 |
CH 413 |
|||
Land van oorsprong: Zwitserland, het kanton Bern Algemeen voorkomen: Vlot veldduiventype met middelhoge stand, bijna horizontale houding en puntkap. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Puntkap
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Vlot veldduiftype. Middelhoog; bijna horizontale houding. Fijn, iets gestrekt, steil; oplopend voorhoofd. Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend. Donkerbruin. Smal, fijn, onopvallend. Middellang, slank; het verlengde van de snavellijn moet door de onderste helft van het oog lopen. Fijn. Middellang, slank. Goed uitgesneden. Matig breed, goed gerond. Licht afhellend, matig breed. Gesloten, vleugeldracht normaal. Naar verhouding lang, staartdracht normaal. Middellang. Glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, rood, geel en bruin met en zonder vleugelrozetten. |
||||
Kleur en tekening: Grondkleur over het hele lichaam intensief en zuiver; vooral bij zwart glansrijk. Kop tot ca. 2 cm onder de snavel fijn wit gespikkeld. Een voortreffelijke sproettekening overdekt tot 50% van de grondkleur van de kop. De begrenzing van de koptekening begint aan de keel en verloopt volgens een regelmatige, flauwe booglijn tot in de punt van de kap. |
||||
Fouten: Te grof of te klein lichaam; onvoldoende of te ver op de hals doorlopende spikkeling, matte grondkleur, blauwgrijze of roestige aanslag; afhangende staartdracht; vlakke voorkop; laag aangezette, scheve of brede kap; inkeping in de nekkam; grove opvallende oogranden; laagzichtig. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type, stand en houding ü Kleur en tekening ü Kop en kap Ringmaat: 8 mm. |
||||
speciaalclub |
||||