Eenkleurige Zwitserse Duif

C 06-17

CH 416

Land van oorsprong: Zwitserland

Algemeen voorkomen: Vlot veldduiventype met middelhoge stand, bijna horizontale houding en puntkap.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Puntkap

 

Ogen

Oogranden

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Vlot veldduiftype.

Middelhoog; bijna horizontale houding.

Fijn, iets gestrekt, steil; oplopend voorhoofd.

Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend.

Donkerbruin.

Smal, fijn, bij witte bleek tot licht roze.

Middellang, slank. Afhankelijk van de veerkleur blank tot zwart. Het verlengde van de snavellijn moet door de onderste helft van het oog lopen.

Fijn.

Middellang, slank.

Goed uitgesneden.

Matig breed, goed gerond.

Licht afhellend, matig breed.

Gesloten, vleugeldracht normaal.

Naar verhouding lang, staartdracht normaal.

Middellang, voeten onbevederd.

Glad aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, bruin, rood, geel;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, geelzilver ongeband;

Ø  IJskleurig ongeband; ijskleurig witgeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver gekrast.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver.

Banden lang en gescheiden; gekrast met bij voorkeur regelmatig vleugelpatroon, ijskleurig met zwarte zwarte bandzoming en staartband.

Fouten:

Te grof of te klein lichaam; matte, onzuivere of onregelmatige grondkleur; sterk afwijkend vleugelpatroon; laag aangezette, scheve of brede kap; inkeping in de nekkam.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type, stand en houding

ü  Kleur 

ü  Vleugelpatroon

ü  Kop

ü  Kap

Ringmaat:  8 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Zwitserse kleurduiven