Luzerner Goudkraag

C 03-17

CH 421

Land van oorsprong: Zwitserland, kanton Luzern.

Algemeen voorkomen: Middelgroot, krachtig, kort en compact type, lage stand, licht afhellende houding, met puntkap en bekousde benen.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Puntkap

 

Ogen

Oogranden

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

 

Bevedering

Middelgroot, krachtig, kort, compact.

Laag; licht afhellende houding.

Breed, krap middellang, achter de neusdoppen goed gevuld. Voorhoofd moet met de snavel een flauwe gebogen lijn vormen.

Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend.

Donker, hoog in de kop gelegen.

Fijn, smal, bij alle kleurslagen onopvallend.

Krap middellang, krachtige basis, onder- en bovensnavel even sterk, kleur licht tot zwart, afhankelijk van de veerkleur.

V-vormig, matig ontwikkeld.

Vol uit de borst tredend, naar boven toe slanker.

Goed uitgesneden.

Breed, diep, rond, iets naar voren gedragen.

Breed in de schouders, naar de staart spits toelopend, licht afhellend.

Krachtig, vleugeldracht normaal.

Kort, staartdracht normaal.

Middellang, in het hielgewricht doorgeknikt, vol bekousd, krachtige en onbedekte tenen.

Glad, goed aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Bruin en geel.

Kleur en tekening:

Grondkleur gelijkmatig meelkleurig, slagpennen en staart iets donkerder, rug doorgekleurd, hals met zilverachtige glinstering, schild met of zonder donkere banden of gekrast. Borstkleur glanzend goudgeel, naar de achterhals en borstbeen snel in de grondkleur overgaand. Staart met donkere band, de buitenste staartpennen met lichte buitenvanen.

Fouten:

Plomp lichaam, smalle borst; te diepe, te hoge of vlakke stand; keelwam; grove of smalle kop, sterk afzettend voorhoofd, gedrukt of geknepen. Lange of dunne snavel; opvallende brede oogranden; laag aangezette, scheve of brede kap; Inkeping in de nekkam; lange of brede staart; gebrekkig bekousd, bevederde tenen; losse bevedering; matte of sterk onzuivere grondkleur, onregelmatige tekening; sterk gewolkte, onregelmatige grondkleur of blauwe aanslag, geel res-pectievelijk bruin aan kop of achterhals, borstkleur te donker, bleek, te weinig of tot in de nek lopend; te korte, te brede, derde of bleke banden.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kopvorm en snavel

ü  Ogen en kap

ü  Beenbevedering

ü  Kleur en tekening

ü  Snavelkleur

Ringmaat:  9 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Zwitserse kleurduiven