Luzerner Schildduif

c 06-17

CH 419

Land van oorsprong: Zwitserland, kanton Luzern.

Algemeen voorkomen: Middelgroot, krachtig, kort en compact type, lage stand, licht afhellende houding, met puntkap en bekousde benen.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Puntkap

 

Ogen

Oogranden

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

 

Bevedering

Middelgroot, krachtig, kort, compact.

Laag; licht afhellende houding.

Breed, krap middellang, achter de neusdoppen goed gevuld. Voorhoofd moet met de snavel een flauwe gebogen lijn vormen.

Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend.

Donker, hoog in de kop gelegen.

Fijn, smal, opvallend, bleek tot licht rossig.

Krap middellang, krachtige basis, onder- en bovensnavel even sterk, kleur licht tot zwart, afhankelijk van de veerkleur.

V-vormig, matig ontwikkeld.

Vol uit de borst tredend, naar boven toe slank.

Goed uitgesneden.

Breed, diep, rond, iets naar voren gedragen.

Breed in de schouders, naar de staart spits toelopend, licht afhellend.

Krachtig, vleugeldracht normaal.

Kort, staartdracht normaal.

Middellang, in het hielgewricht doorgeknikt, bekousd, tenen tot aan de punt bevederd, zijwaartse voetveren iets langer.

Glad, goed aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, rood, geel;

Ø  Blauw ongeband, blauwzilver ongeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Rood- en geel gezoomd.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver.

Blauw, blauw-, rood- en geelzilver met schone, niet gewolkte vleugelschilden. Banden schoon, lang en gescheiden; gekrast met bij voorkeur regelmatig vleugelpatroon. Alleen de schilden met de duimveren gekleurd. Bij rood en geel dient naar gekleurde mantelpennen te worden gestreefd. Bij gezoomde bij voorkeur elke schildveer gelijkmatige zoming. De overige bevedering en 8 – 10 slagpennen wit.

Fouten:

Smalle borst; te hoge stand; grove of smalle kop, sterk afzettend voorhoofd. Lange of dunne snavel; onzuivere schildkleur; gebrekkig bekousd, onbevederde tenen. Minder dan 8 of meer dan 10 witte slagpennen; meer dan tezamen 2 witte of ontbrekende duimveren; gekleurde dijen; roest in vleugelpatroon; zichtbare derde band..

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type, stand en houding

ü  Kleur en tekening

ü  Voetbevedering

ü   Kap

Ringmaat:  9 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Zwitserse kleurduiven