Luzerner Witstaart |
||||
c 06-17 |
CH 423 |
|||
Land van oorsprong: Zwitserland, kanton Luzern. Algemeen voorkomen: Middelgroot, krachtig, kort en compact type, lage stand, licht afhellende houding, met puntkap en bekousde benen. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop
Puntkap
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen
Bevedering |
Middelgroot, krachtig, kort, compact. Laag; licht afhellende houding. Breed, krap middellang, achter de neusdoppen goed gevuld. Voorhoofd moet met de snavel een flauwe gebogen lijn vormen. Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend. Donker, hoog in de kop gelegen. Fijn, smal, onopvallend. Krap middellang, krachtige basis, onder- en bovensnavel even sterk, kleur licht tot zwart, afhankelijk van de veerkleur. V-vormig, matig ontwikkeld. Vol uit de borst tredend, naar boven toe slank. Goed uitgesneden. Breed, diep, rond, iets naar voren gedragen. Breed in de schouders, naar de staart spits toelopend, licht afhellend. Krachtig, vleugeldracht normaal. Kort, staartdracht normaal. Middellang, in het hielgewricht doorgeknikt, bekousd, tenen tot aan de punt bevederd. Glad, goed aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Zwart, bruin, rood, geel; Ø Blauw ongeband, blauwzilver ongeband; Ø Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband; Ø Blauw gekrast, blauwzilver gekrast; Ø Zwart, bruin, rood, geel, blauw en blauwzilver witgeband; Ø Zwart, bruin, rood, geel, blauw en blauwzilver witgeschubd. |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver. Banden schoon, lang en gescheiden, gekrast en geschubd met bij voorkeur regelmatig vleugelpatroon, zwart- en bruin witgeschubd met of zonder vinkentekening. Staartpennen en bovenstaartdek wit; de overige bevedering, inclusief de kiel gekleurd. Scherpe kleurbegrenzing op de onderrug. |
||||
Fouten: Smalle borst; te hoge stand, te vlakke houding; grove of smalle kop, afzettend voorhoofd. Lange of dunne snavel; laag aangezette, scheve of brede kap; Inkeping in de nekkam; matte of onzuivere kleur; gebrekkig bekousd, onbevederde tenen, te lange zijwaartse voetveren of gierhakken; roest in vleugelpatroon, zichtbare derde band, lichte onderrug, grove kleurafwijkingen. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type, stand en houding ü Kop ü Kleur en tekening ü Kap ü Beenbevedering ü Snavelkleur Ringmaat: 9 mm. |
||||
speciaalclub |
||||