Thurgauer Maanduif (Elmer) |
||||
c 06-17 |
CH 424 |
|||
Land van oorsprong: Zwitserland, kanton Thurgau Algemeen voorkomen: Vlot veldduiventype, met middelhoge stand, bijna horizontale houding en puntkap. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Puntkap
Ogen Oogranden Snavel
Neusdoppen Hals Keel Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Vlot veldduiftype. Middelhoog; bijna horizontale houding. Fijn, iets gestrekt; steil oplopend voorhoofd. Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend. Donkerbruin. Fijn, onopvallend, bleek tot lichtroze. Middellang, slank; bij geel vleeskleurig tot licht hoornkleurig, bij rood donker hoornkleurig. Het verlengde van de snavellijn moet door de onderste helft van het oog lopen. Fijn. Middellang, slank. Goed uitgesneden. Matig breed, goed gerond. Licht afhellend, matig breed. Gesloten, vleugeldracht normaal. Naar verhouding lang, staartdracht normaal. Middellang. Glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Rood en geel. |
||||
Kleur en tekening: Grondkleur melkwit, banden intensief geel respectievelijk rood. Op de voorhals een intensief gele respectievelijk rode sikkelvormige halve maan, ca. 3 cm breed, onscherp met de grondkleur afgetekend; de punten van de halve maan mogen de nek niet raken. Band- en maankleur bij voorkeur gelijk. Bij gesloten vleugel en staart zijn niet zichtbare kleurspatten op vleugel- en staartpennen toegestaan. |
||||
Fouten: Te grof of te klein lichaam; vlak voorhoofd; laag aangezette, scheve of brede kap; inkeping in de nekkam; laagzichtig.sterk afwijkende kleur van maan en banden, blauwige of grijzige grondkleur; geel respectievelijk rood aan de kop en op de achterhals. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type, stand en houding ü Kleur ü Tekening ü Kop ü Kap ü Snavel ü Ogen Ringmaat: 8 mm. |
||||
speciaalclub |
||||