|
Herkomst:
Groot-Brittannië, Wales, door mutatie uit Campbell eenden ontstaan.
Algemene indruk:
Middelgrote, volslanke eend, enigszins opgericht van houding.
Vormbeschrijving:
Romp: middellang, goed gerond, iets opgericht, rug- en buiklijn lopen nagenoeg parallel.
Kop: goed geronde schedel, nauwelijks oplopend voorhoofd.
Ogen: levendig van uitdrukking, vrij hoog boven het midden van de kop geplaatst.
Snavel: middellang, matig breed, vanaf de punt recht, in een kort holle lijn overgaande in de schedel.
Hals: middellang, matig gebogen, vrij dun aan de kop, breder wordend naar het lichaam toe.
Rug: lang met lichte ronding, naar achteren toe aflopend.
Borst: vrij hoog en weinig naar voren gedragen, goed gerond.
Buik: strak, goed gerond, achterlijf goed ontwikkeld.
Vleugels: middellang, goed aangesloten tegen het lichaam gedragen.
Staart: goed gespreid, in het verlengde van de rug gedragen.
Poten: middellang, stevig, goed onder het lichaam geplaatst.
Gevederte: goed gesloten, glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen woerd en eend
De woerd heeft goed ontwikkelde lokken en is iets hoger gesteld dan de eend; de legbuik van de eend is goed ontwikkeld zonder de grond te raken.
Ernstige fouten:
Te gering van bouw; te stijle- of te vlakke lichaamshouding; te zwaar ontwikkeld achterlijf; enige kielvorming.
Fouten:
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; afwijkende poot- en snavelkleur.
Gewicht: Woerd: 2,25 —2,5 kg. Eend: 2,0—2,25 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 15 mm.
Kleurslag:
Zilver brons (Zilver bruin donker wildkleur): kleur en
tekening van woerd en eend, zoals aangegeven onder kleurcode 6 van de Algemene kleurbeschrijving.
Ogen: donkerbruin.
Snavel: woerd: donker olijfgroen, eend: bronskleurig donkergrijs; snavelnagel bij beide geslachten: zwart.
Poten: woerd: dof oranje; eend: donkerbruin.
|
