|
Herkomst:
China, in 1853 in Amerika geïmporteerd.
Algemene indruk:
Grote, zware, vrij diep gestelde gans met een opgerichte houding.
Vormbeschrijving
Romp: lang, gestrekt met brede schouders, lichaam vol en diep.
Kop: vrij rond, goed ontwikkeld.
Ogen: vol glanzend, levendig van uitdrukking.
Snavel: middellang, breed en stevig, bovensnavel gewelfd. Aan de basis van de bovensnavel bevindt zich een goed
ontwikkelde, iets langwerpig ronde knobbel.
Hals: lang, niet zwaar, rechtop gedragen; aan de keel een ronde, goed ontwikkelde enkele keelwam. De halsgroeven zijn
goed ontwikkeld.
Rug: lang, vlak, breed over de schouders, naar achteren afhellend.
Borst: goed gerond, vrij breed, iets hoog en naar voren gedragen.
Buik: zeer goed ontwikkeld, breed en diep met een kleine dubbele buikwam.
Vleugels: middellang, breed en goed aangesloten gedragen.
Staart: vrij kort, iets naar boven gedragen.
Poten: nauwelijks middellang, krachtig ontwikkeld.
Gevederte: dicht en zacht, glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen gent en gans
De snavelknobbel bij de gans is aanmerkelijk minder ontwikkeld dan bij de gent.
Ernstige fouten:
Te geringe grootte; te zwaar ontwikkelde, de grond rakende buikwam; te geringe ontwikkelde snavelknobbel bij de gent.
Fouten:
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.
Gewicht: Gent: 9,0 kg. Gans: 8,0 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 24 mm.
Kleurslagen: kleurcode II
Zwaangans wildkleur: kleur met als verschil dat de grondkleur van de borst, voorzijde van de hals, wangen en keel
licht buff is terwijl de grondkleur van de borstveren en de getekende vleugelveren mm of meer buffgrijs is.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart.
Snavel: zwart; snavelnagel: zwart; knobbel: zwart met een oranje rand naar de kop toe.
Poten: bruinoranje.
Wit: Kleurcode VI
Ogen: blauw tot lichtblauw; pupil: donkerblauw.
Snavel: oranjegeel; snavelnagel: licht hoornkleurig; knobbel: geelachtig oranje.
Poten: helder oranje.
|
