|
Herkomst:
Groot-Brittannië, Wales, aldaar in 1934 officieel erkend. Gefokt voor de vlees- en eiproductie.
Algemene indruk:
Middelzware, levendige gans met sierlijke vormen, nauwelijks middelhoog gesteld.
Vormbeschrijving
Romp: vrij lang, breed over het gehele lichaam, goed gerond en compact van vorm.
Kop: vrij kort, goed gerond, de ronde schedelvorm gaat soepel over in de hals.
Ogen: vrij klein, hoog in de kop geplaatst, levendige uitdrukking.
Snavel: middellang, stevig en recht.
Hals: middellang; goed ontwikkelde halsgroeven zonder ruw te zijn.
Rug: vrij lang, over de lengte vlak, breed over het gehele lichaam, iets naar achteren aflopend.
Borst: goed gerond, vol, vrij breed, jets naar voren gedragen.
Bulk: goed ontwikkeld; enige ontwikkeling van een enkele buikwam toegestaan.
Vleugels: middellang, krachtig, reikend tot de staartaanzet, strak aangesloten gedragen.
Staart: goed gesloten, jets boven de ruglijn gedragen.
Poten: middellang, stevig.
Gevederte: vol, zacht, glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen gent en gans
Behoudens gewichtsverschil geen verschillen van betekenis.
Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: te geringe grootte; te dikke hals; enige ontwikkeling van keelwam; te zwaar ontwikkelde buikwammen.
Gewicht: Gent: 8,0 kg. Gans: 7,0 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 24 mm.
Kleurslag:
Buff ,waarbij de gent in de regel iets lichter van kleur is dan de gans. Kleurcode
IV
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart; oogranden: rose.
Snavel: rose; snavelnagel: licht hoornkleurig.
Poten: rose.
Fouten:
Afwijkende snavelkleur; wit aan snavelbasis bij jonge dieren.
|
